BouwbesluitDaglicht |
Bouwbesluit thema's
|
Voorbeeld: Daglichtberekening standaard raam
Gegeven
Verblijfsruimte woonfunctie volgens onderstaande tekening. Er zijn geen uitwendige belemmeringen aanwezig. De lichtdoorlaat bestaat uit een houten kozijn. Het kozijn bevindt zich op een afstand van 3 meter van de perceelgrens.Gevraagd
Voldoet het verblijfsgebied aan de daglichteis afdeling 3.20 van het Bouwbesluit?Oplossing
Stap 1, deel het gebouw in gebruiksfuncties.
De gebruiksfunctie van de ruimte betreft een woonfunctie. Getoetst moet worden aan de gebruiksfunctie “woonfunctie” van het Bouwbesluit.Stap 2, bepaal de oppervlakten van de verblijfsgebieden en verblijfsruimten.
Het verblijfsgebied 1 heeft een oppervlakte van 2,4 x 3,4 = 8,16 m2. De ontwerper heeft het verblijfsgebied niet opgedeeld in verblijfsruimten. Het oppervlakte van het verblijfsgebied is in dit geval gelijk aan het oppervlakte van de verblijfsruimte.Stap 3, zoek de minimale equivalente daglichtoppervlakte eis op in afdeling 3.20 Bouwbesluit
Voor een verblijfsgebied geldt dat de equivalente daglichtoppervlakte niet kleiner mag zijn dan 10% van het vloeroppervlakte van het verblijfsgebied. Voor een verblijfsruimte geldt de eis minimaal 0,5 m2 equivalent daglichtoppervlakte.Voor dit geval zijn de eisen:
- Equivalente daglichtoppervlakte verblijfsgebied minimaal 0,816 m2 (maatgevend).
- Equivalente daglichtoppervlakte verblijfsruimte minimaal 0,5 m2.
Stap 4, bepaal welke lichtopeningen meetellen voor de equivalente daglichtoppervlakte.
De afstand tot perceelgrens bedraagt meer dan 2 meter (artikel 3.134 lid 4 Bouwbesluit). Het raam bevindt zich in de uitwendige scheidingsconstructie (artikel 3.134 lid 3 Bouwbesluit). De LTA-waarde van het glas bedraagt tenminste 0,6 (NEN 2057 artikel 6.1). De daglichtopening mag worden meegeteld voor de equivalente daglichtoppervlakteStap 5, bereken de equivalente daglichtoppervlakte per verblijfsgebied en verblijfsruimte.
De formule voor het berekenen van de equivalente daglichtoppervlakte:Ae = Ad x Cb x Cu
Stap 5a, bepaal het projectievlak en doorlaat.
De hellingshoek tussen de scheidingsconstructie waarin de daglichtopening zich bevindt en het horizontale vlak (de vloer) bedraagt 90o. Er is hier dus sprake van een verticale lichtopening (hellingshoek is groter dan 80o en kleiner dan 100o). Voor een verticale lichtopening moet de lichtopening op de buitenste grensvlak van de scheidingsconstructie worden geprojecteerd (het projectievlak). In dit geval is de buitenkant van het buitenspouwblad het projectievlak. Neggen e.d. van de gevelopening mogen buiten beschouwing worden gelaten en hoeven dus niet als belemmering worden meegenomen in de daglichtberekening. De begrenzing van de doorlaat wordt gevormd door binnenkant kozijnhout (raam- of deurhout blijft dus altijd buiten beschouwing). In dit voorbeeld heeft het projectievlak en doorlaat weinig betekenis omdat er geen belemmeringen aanwezig zijn. Bij andere rekenvoorbeelden op deze website waarbij wel sprake is van een belemmering is het bepalen van het projectievlak en doorlaat wel van groot belang.Bepaling van het projectievlak en doorlaat van de daglichtopening. Het projectievlak ligt in het vlak van buitenkant buitenspouwblad ter plaatse van binnenkant kozijn (zonder raamhout). De doorlaat is het oppervlakte tussen de gestippelde rode lijn. Het glasoppervlakte Ad is dus niet gelijk aan oppervlakte van de doorlaat! |
Stap 5b, bepaal Ad.
Betreft een kozijn van hout. Voor het bepalen van Ad moet alleen het glas oppervlakte in rekening worden gebracht. Van de buitenwerkse maat van het kozijn 1400 x 1200 moet daarom zowel het kozijnhout als het raamhout van af worden getrokken. Een standaard kozijn heeft een breedte van 67 mm en een sponningbreedte van 17 mm. Het raamhout heeft standaard een breedte van 67 mm. De aftrekt bedraagt dan 67-17+ 67 = 117 mm. Ik heb het afgerond naar 120 mm voor speling, kit, e.d in het kozijn. In de praktijk moet per kozijn worden bekeken wat voor type kozijn wordt toegepast en wat de aftrek is. Voor kunststofkozijnen kan de aftrek hoog oplopen! Bij het maken van ontwerp berekenen wanneer de afmetingen en materiaalkeuzes nog niet vastliggen, schat dan de aftrek ruim in!Ad = (1400 – 120 -120) x (1200 -120 -120)
Ad = 1,11 m2
Stap 5c, bepaal Cb.
Het kozijn wordt niet belemmerd. Theoretisch zijn de hoeken α en β dus 0o. De theoretische C b-waarde is dan 1. Het Bouwbesluit (artikel 3.134 artikel 4) zegt echter dat altijd een belemmeringshoek α in rekening moet worden gebracht van ten minste 25o. De Cb-waarde wordt dan 0,86. Zie tabel NEN 2057 (α = 25o en β = 0o).Stap 5d, bepaal Cu.
De daglichtopening bevindt zich in de uitwendige scheidingsconstructie. De uitwendige reductiefactor van de doorlaat Cu is dan niet van toepassing en bedraagt dan 1.Stap 5e, bepaal Ae.
de equivalente daglichtoppervlakte in het verblijfsgebied en verblijfsruimte bedraagt:Ae = Ad x Cb x Cu
Ae = 1,11 x 0,86 x 1
Ae = 0,95 m2
Stap 6, controleer dat het berekende equivalente daglichtoppervlakte gelijk of groter is dan de equivalente daglichtoppervlakte eis uit het Bouwbesluit
Equivalente daglichtoppervlakte verblijfsgebied minimaal 0,816 m2. Aanwezig is 0,95 m2. VoldoetEquivalente daglichtoppervlakte verblijfsruimte minimaal 0,5 m2. Aanwezig is 0,95 m2. Voldoet