BouwbesluitDaglicht |
Bouwbesluit thema's
|
Voorbeeld: Equivalente daglichtoppervlakte dakraam
Gegeven
Verblijfsruimte woonfunctie volgens onderstaande tekening. In het dak wordt een Velux dakraam toegepast, breedte 1340 mm, hoogte 1398 mm. Het kozijn bevindt zich op een loodrechte afstand van 6 meter van de perceelgrens. Het dakraam grenst niet direct aan het verblijfsgebied omdat de plafond hoogte minder dan 2,6 meter is. Zie de tekening. Het dak heeft een hellingshoek van 45oGevraagd
Bepaal de equivalente daglichtoppervlakte van het dakraam.Oplossing
In dit voorbeeld gaan we alleen de equivalente daglichtoppervlakte uitrekenen voor het dakraam. De stappen 1 t/m 3 worden overgeslagen.Stap 4, bepaal welke lichtopeningen meetellen voor de equivalente daglichtoppervlakte.
De loodrechte afstand tot perceelgrens bedraagt meer dan 2 meter (artikel 3.134 lid 4 Bouwbesluit). Het raam bevindt zich in de uitwendige scheidingsconstructie. De daglichtopening mag worden meegeteld voor de equivalente daglichtoppervlakte ten behoeve van het verblijfsgebied.Stap 5, bereken de equivalente daglichtoppervlakte per verblijfsgebied en verblijfsruimte.
De formule voor het berekenen van de equivalente daglichtoppervlakte:Ae = Ad x Cb x Cu
Stap 5a, bepaal het projectievlak en doorlaat.
Omdat het dakraam niet grenst aan het verblijfsgebied plaatsen we fictief een glazen wand op het begin van het verblijfsgebied. Het verblijfsgebied in het voorbeeld is 2 meter breed. Een verblijfsgebied moet minimaal 2,6 meter hoog zijn. De afmeting van de doorlaat van de fictieve glazen wand bedraagt in dit geval 2 x (2,6 - 0,6) meter. De 0,6 meter boven de vloer mag niet worden meegerekend.De hellingshoek van het dak bedraagt 45o. Er is dan sprake van een naar binnen hellende daglichtopening (hellingshoek is kleiner dan 80o). Het projectievlak van naar binnen hellende daglichtopeningen bevindt zich aan de buitenkant van de constructie (NEN 2057 artikel 5). Het projectievlak heb ik op de pannenlijn gelegd.
De onderkant en bovenkant van het projectievlak heb ik aan binnenkant dakraam gelegd zonder het te openen deel (conform wat ook gebeurd bij houten kozijnen in een gevel). Zie onderstaande tekening.
Stap 5b, bepaal Ad.
Het Ad hebben we al bepaald bij stap 5a en bedraagt:2 x (2,6 - 0,6) = 4 m2
Het gaat hierbij dus om de fictieve glazenwand. Van deze fictieve wand gaan we immers de equivalente daglichtoppervlakte bepalen. Het dakraam kan als uitwendige belemmering worden gezien.
Stap 5c, bepaal Cb.
De fictieve glazenwand wordt zowel belemmerd door een overstek als door de hoek α. De hoeken kunnen worden opgemeten in een CAD-tekenprogramma of worden berekend:β = 28o
α = 35o
De Cb-waarde wordt dan 0,59. Zie tabel NEN 2057 (α = 35o en β = 28o).
Stap 5d, bepaal Cu.
In de volgende tabel wordt Anetto en Abruto berekend.Onderdeel |
Anetto |
Abruto |
Dak |
||
|
Anetto totaal = 1,37 |
Abruto totaal = 2,29 |
0,1712 = oppervlakte buitenste driehoeken (0,171 x 0,171 x 0,5 + 0,171 x 0,171 x 0,5)
1,24 = oppervlakte tussen glaslijn, ik heb voor het gemak 2 x 0,05 = 0,1 van buitenwerkse maat dakraam afgetrokken (1,34 - 0,1)
0,805 = oppervlakte tussen glaslijn, ik heb voor het gemak 2 x 0,05=0,1 van buitenwerkse maat dakraam afgetrokken, maat is opgemeten van CAD-tekening
Cos 45o = schuinte dak. Er wordt gerekend met maten in plattegrond aanzicht. Het dak loopt echter onder een hoek van 45o
Cu = 0,8 x (Anetto/Abruto)
Cu = 0,8 x (1,37/2,29)
Cu = 0,60
Stap 5e, bepaal Ae.
de equivalente daglichtoppervlakte in het verblijfsgebied en verblijfsruimte bedraagt:Ae = Ad x Cb x Cu
Ae = 4 x 0,59 x 0,60
Ae = 1,416 m2