BouwbesluitDaglicht |
Bouwbesluit thema's
|
Voorbeeld: Equivalente daglichtoppervlakte raam met uitwendige reductiefactor
Gegeven
Verblijfsruimte woonfunctie volgens onderstaande tekening. Voor het verblijfsgebied bevindt zich een serre met een glazen dak en een glazen voorgevel. De serre is niet benoemd als een verblijfsgebied. De lichtdoorlaten zijn gemaakt van hout. De lichtdoorlaten bevinden zich op een loodrechte afstand van 3 meter van de perceelgrens.Gevraagd
Bepaal de equivalente daglichtoppervlakte van het raam tussen het verblijfsgebied en serre.Oplossing
In dit voorbeeld gaan we alleen de equivalente daglichtoppervlakte uitrekenen voor het raam dat belemmerd wordt door een uitwendige scheidingsconstructie, de serre. De stappen 1 t/m 3 worden overgeslagen.Stap 4, bepaal welke lichtopeningen meetellen voor de equivalente daglichtoppervlakte.
De loodrechte afstand tot perceelgrens bedraagt meer dan 2 meter (artikel 3.134 lid 4 Bouwbesluit). Het raam bevindt zich in de inwendige scheidingsconstructie en grenst niet met een aangrenzend verblijfsgebied. De serre is immers niet benoemd als een verblijfsgebied (artikel 3.134 lid 3 Bouwbesluit). De daglichtopening mag worden meegeteld voor de equivalente daglichtoppervlakte ten behoeve van het verblijfsgebied.Stap 5, bereken de equivalente daglichtoppervlakte per verblijfsgebied en verblijfsruimte.
De formule voor het berekenen van de equivalente daglichtoppervlakte:Ae = Ad x Cb x Cu
Stap 5a, bepaal het projectievlak en doorlaat.
In dit voorbeeld zijn er twee projectievlakken. Het projectievlak van het raam in de inwendige scheidingsconstructie en het projectievlak van de serre.Projectievlak raam inwendige scheidingsconstructie
De hellingshoek tussen de scheidingsconstructie waarin de daglichtopening zich bevindt en het horizontale vlak (de vloer) bedraagt 90o. Er is hier dus sprake van een verticale lichtopening (hellingshoek is groter dan 80o en kleiner dan 100o). Voor een verticale lichtopening moet de lichtopening op de buitenste grensvlak van de scheidingsconstructie worden geprojecteerd (het projectievlak). In dit geval is de buitenkant van het buitenspouwblad het projectievlak. De begrenzing van de boven- en zijkant doorlaat wordt gevormd door binnenkant kozijnhout. De onderkant van de doorlaat ligt 0,6 meter boven de vloer. Delen op minder dan 0,6 meter boven vloerniveau mogen namelijk niet bij de doorlaat en glasoppervlakte (Ad) worden gerekend (NEN 2057 artikel 6.3).Projectievlak serre
De hellingshoek van de serre (dak) met de vloer bedraagt 20o. Sprake is dan van een naar binnen hellende daglichtopening. Ook het projectievlak van naar binnen hellende daglichtopeningen bevindt zich aan de buitenkant van de constructie (NEN 2057 artikel 5).De onderkant van het projectievlak ter plaatse van de voorgevel begint waar de hoek α = 25o (minimale in rekening te brengen belemmering) buitenkant kozijn snijdt.
Stap 5b, bepaal Ad.
Betreft een kozijn van hout in de inwendige scheidingsconstructie. Voor het bepalen van Ad moet alleen het glas oppervlakte in rekening worden gebracht. Van de buitenwerkse maat van het kozijn 2720 x 1200 moet daarom zowel het kozijnhout als het raamhout van af worden getrokken. Een standaard kozijn heeft een breedte van 67 mm en een sponningbreedte van 17 mm. Het raamhout heeft standaard een breedte van 67 mm. De aftrekt bedraagt dan 67-17+ 67 = 117 mm. Ik heb het afgerond naar 120 mm voor speling, kit, e.d in het kozijn.Ad = (2720 – 120 -600) x (1200 -120 -120)
Ad = 1,92 m2
Stap 5c, bepaal Cb.
Het kozijn wordt niet belemmerd door een overstek. Het dak van de serre kan wel gezien worden als overstek maar is geheel van glas en wordt al in rekening gebracht bij de Cu waarde. Natuurlijk kan het dak ook in rekening worden gebracht als dakoverstek en buiten beschouwing worden gelaten in de Cu-waarde. Dat levert echter een te ongunstige waarde op.Het kozijn wordt tevens niet belemmerd door belemmeringshoek α. De 30o grenslijnen vallen binnen de constructie en komen geen belemmeringen tegen. Het Bouwbesluit (artikel 3.134 artikel 4) zegt echter dat er altijd een belemmeringshoek α in rekening moet worden gebracht van ten minste 25o. De Cb-waarde wordt dan 0,86. Zie tabel NEN 2057 (α = 25o en β = 0o).
Stap 5d, bepaal Cu.
De daglichtopening bevindt zich in de inwendige scheidingsconstructie en wordt dus belemmerd door de uitwendige scheidingsconstructie van de serre.Indien de scheidingsconstructie die voor de daglichtopening staat, voor 80% of meer uit doorzichtige delen bestaat, dan is de uitwendige reductiefactor Cu gelijk aan 0,8.
Op de tekening is echter eenvoudig te zien dat dit niet het geval is. In dat geval wordt de uitwendige reductiefactor berekend met de volgende formule:
Cu = 0,8 x (Anetto/Abruto)
Om het oppervlakte Anetto en Abruto te kunnen bepalen moeten eerst de vlakken worden bepaald die in rekening gebracht moeten worden. Er mag namelijk niet met de gehele uitwendige scheidingsconstructie worden gerekend. De vlakken worden als volgt bepaald:
- Bepaal het midden van de doorlaat van het raam in de inwendige scheidingsconstructie;
- Trek door het midden een loodlijn;
- Zet vervolgens twee hoeken onder 45o graden uit. Het oppervlakte wat tussen de 45o grenslijnen valt mag in rekening worden gebracht. Alles wat buiten deze 45o grenslijnen valt mag dus niet worden meegenomen in de berekening.
- Haal de 45o grenslijnen loodrecht over op het projectievlak van de voorgevel of indien van toepassing op de zijgevels
Anetto is het oppervlakte van het glas binnen de twee vlakken en Abruto is de totale oppervlakte van de twee vlakken. Zie onderstaande tekeningen.
Anetto, let op het driehokje bovenin de tekening dat buiten beschouwing blijft. |
Abruto |
In de volgende tabel wordt Anetto en Abruto berekend.
Onderdeel |
Anetto |
Abruto |
Dak |
||
voorgevel |
1,247 x (0,225 + 0,8 + 0,8 + 0,225) =2,56 |
1,403 x 2,2 = 3,09 |
|
|
|
|
Anetto totaal = 3,78 |
Abruto totaal = 4,49 |
0,2252 = oppervlakte buitenste driehoeken (0,225 x 0,225 x 0,5 + 0,225 x 0,225 x 0,5)
0,275 x 0,8 x 2 = oppervlakte van de twee rechthoeken
0,825 x 0,8 = oppervlakte van twee driehoeken, 0,825 = 1100 - 0,275
0,052 = oppervlakte bovenste driehoekje (0,05 x 0,005 x 0,5 + 0,005 x 0,005 x 0,5)
Cos 20o = schuinte dak serre. Er wordt gerekend met maten in plattegrond aanzicht. Dak serre loopt echter onder een hoek van 20o
Cu = 0,8 x (Anetto/Abruto)
Cu = 08 x (3,78/4,49)
Cu = 0,67
Stap 5e, bepaal Ae.
de equivalente daglichtoppervlakte in het verblijfsgebied en verblijfsruimte bedraagt:Ae = Ad x Cb x Cu
Ae = 1,92 x 0,86 x 0,67
Ae = 1,11 m2